Waarom de huurbevriezing het woningtekort juist had verergerd

Maarten de Gruyter

De Raad van State waarschuwde nadrukkelijk tegen de Wet betaalbare huur, maar een brede Kamermeerderheid negeerde het advies. Inmiddels blijken de gevolgen precies zoals voorspeld: minder aanbod, minder nieuwbouw en een huurder die het nakijken heeft, schrijft Maarten de Gruyter.

Niet invoeren! Dat was het advies van de Raad van State anderhalf jaar geleden over de Wet betaalbare huur van toenmalig minister Hugo de Jonge. De Raad waarschuwde expliciet voor vermindering van het aanbod aan huurhuizen doordat eigenaren hun huizen te koop zouden zetten en de bereidheid tot investeren in gevaar kwam, wat weer zou leiden tot minder nieuwbouwprojecten.

Onder aanvoering van het zware linkse blok van PVV en GroenLinks-PvdA werd het onzalige plan niettemin met een overweldigende meerderheid van 112 stemmen aangenomen. Het was niet voor het eerst dat een advies van de Raad van State min of meer achteloos terzijde werd geschoven, en het zou ook niet de laatste keer zijn.

Winkelen bij de Raad van State

Bijzonder is wel dat politieke partijen naar eigen inzicht shoppen en vervolgens schermen met adviezen van de Raad. Terwijl Den Haag zonder enige moeite de Raad volledig negeerde in het huurdossier, werd niet veel later moord en brand geschreeuwd toen minister Faber haar asielwetten ondanks eenzelfde negatief advies ook wilde doorzetten.

Toen vond GroenLinks-PvdA-Kamerlid Kati Piri dat ‘het kabinet de kritiek serieus moest nemen en terug naar de tekentafel moest’, en stelde ook SP’er Michiel van Nispen dat de minister ‘de kritiek serieus moest nemen’.

Voorspelde chaos, genegeerd advies

Inmiddels zijn de gevolgen van de Wet betaalbare huur exact zoals de Raad voorspelde. De woningmarkt is totaal de vernieling in geholpen, met de woningzoekende als grootste slachtoffer.

President Klaas Knot van De Nederlandsche Bank adviseerde onder het motto ‘beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald’ om de wet zo snel mogelijk terug te draaien. Maar in plaats van dit op te volgen, zag het door de PVV en NSC gegijzelde kabinet de oplossing in een nog veel extremere maatregel: bevriezing van de sociale huur.

Een stap verder richting wanbeleid

Nadat deze ridicule, populistische maatregel was neergesabeld door – wederom – de Raad van State besloot demissionair minister Mona Keijzer de wet in te trekken.

Dit tot ongenoegen van GroenLinks-PvdA-Kamerlid Habtamu de Hoop, die – tegen alle adviezen in – met een eigen initiatiefwetsvoorstel huurbevriezing kwam, waarin zelfs alle huren bevroren zouden worden. Deze haast marxistische maatregel zou desastreus zijn geweest voor de bouw van nieuwe huizen, maar haalde het gelukkig niet.

Minder regels, meer resultaat

Politici die rond het woondossier weinig waarde hechten aan de theoretici van de Raad van State, zouden kunnen kijken naar praktijkvoorbeelden in andere landen. Wereldwijd is evident dat als er méér regels er komen, de kwaliteit én kwantiteit van huizen omlaaggaat. Je kunt concluderen dat regulering juist garantstaat voor tekorten.

Maar op de een of andere manier bereiken de positieve berichten over de woonmarkt in bijvoorbeeld Argentinië en Polen niet onze media en onze opiniemakers, en al evenmin onze politici. De Argentijnse huurmarkt was compleet doorgeslagen in regulering, er was geen huurwoning meer te krijgen.

Nadat president Javier Milei de meeste beperkingen ophief, zag je een spectaculaire stijging van het aanbod met 170 tot wel 195 procent in Buenos Aires en tegelijk een daling van de reële huurprijs van 20 tot 40 procent. Precies wat je als bestuurder wilt bereiken.

Wat naast Argentinië ook Polen laat zien over de huizenmarkt zonder regulering

In Polen, dat ongeveer twee keer zo veel inwoners heeft als Nederland, ligt de jaarlijkse productie al tijden op minimaal 200.000 huizen. Toevallig precies het dubbele van het Nederlandse doel, dat consequent niet wordt gehaald. Gemiddeld besteed een Pool 7,9 procent van zijn inkomen aan woonlasten.

Hiermee staat Polen ver onder het Europese gemiddelde van 19,9 procent en zeker onder de circa 24 procent gemiddeld bij de Nederlanders. En dat allemaal met heel weinig overheidsbemoeienis en niet of nauwelijks regulering.

Ongetwijfeld zijn Argentinië en Polen niet volledig te vergelijken met Nederland. Maar ze laten wel zien wat er gebeurt als de overheid niet de woningmarkt verstikt met regels, maar er juist vertrouwen aan geeft. We zouden veel meer bereiken voor huurders en alle woningzoekenden.