De feiten: PVV-Kamerlid verlaat dagelijks bestuur Tweede Kamer
De kwestie-Arib heeft tot ruzie geleid in het presidium, het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer. PVV-Kamerlid Gidi Markuszower stapte maandagmiddag 16 juni op als lid van dit bestuur.
Eerder die dag pleitte hij in het presidium voor een nieuw onderzoek naar de gang van zaken rond voormalig Kamervoorzitter Khadija Arib (PvdA) en haar opvolger Vera Bergkamp (D66). Maar het presidium kwam niet tot een eensgezind oordeel en besloot zich op een later tijdstip opnieuw te buigen over de kwestie.
Markuszower vraagt nu een debat aan over de zaak. Of hij voor die debataanvraag een meerderheid krijgt, moet dinsdag 17 juni blijken.
Al drie jaar gesteggel rond Arib
De zaak sleept zich al voort sinds 2022. Dat jaar stelde het toenmalige presidium een onderzoek in, na verhalen over een onveilige werkomgeving en interne meldingen over machtsmisbruik door oud-Kamervoorzitter Arib. Haar opvolger Bergkamp had daarover een anonieme brief ontvangen.
De zaak escaleerde toen via NRC uitlekte dat de Tweede Kamer een onderzoek zou instellen. Het bijhorende advies van de landsadvocaat lekte eveneens uit, ook via NRC.
Arib, die inmiddels weer gewoon Kamerlid was, wist van niks. Ze was woedend. Volgens haar had Bergkamp haar voor de bus gegooid.
Vraag is wie naar krant lekte
Nog altijd wordt gesteggeld over de vraag wie de zaak naar NRC lekte. Vorige week sprak de rechter Bergkamps woordvoerder Sonja K. vrij, wegens onvoldoende bewijs tegen haar.
Daarmee is de zaak niet afgedaan. De Volkskrant, Nieuwsuur en Follow the Money meldden vorige week, op basis van het dossier van de Rijksrecherche, dat Bergkamp mails en appjes had verwijderd met Sonja K. en topambtenaren van de Kamer.
Dat laatste is de reden voor de PVV om de zaak weer aan te zwengelen. Als de Kamer tot een nieuw onderzoek besluit, komt mogelijk huidig Kamervoorzitter Martin Bosma (PVV) in de problemen. Hij zat in 2022 ook al in het presidium.
EW’s visie: Kamer moet kwestie-Arib oplossen via parlementaire enquête
Door: Carla Joosten, politiek redacteurDe waarheid in de zaak-Arib is niet eenvoudig te achterhalen. De vraag is wel welke stappen moeten worden genomen, nu de kwestie tot ruzie in het dagelijks bestuur van de Kamer heeft geleid.
De PVV wil naar aanleiding van het lek over Bergkamps gewiste berichtjes een nieuw onderzoek. Maar dat wil de meerderheid van het dagelijks bestuur van de Kamer blijkbaar niet. Vandaar dat Markuszower uit het bestuur stapte.
Wat de rest van het dagelijks bestuur onder leiding van Kamervoorzitter – en PVV’er – Martin Bosma vindt, is onduidelijk. Vaststaat dat de PVV het al jaren bij voorbaat opneemt voor Arib en net als zij vermoedt dat Bergkamp een kwalijke rol heeft gespeeld.
Parlementaire enquête is adequaat middel
De Tweede Kamer is het hoogste orgaan van het land. Deze onverkwikkelijke gang van zaken kan niet nog langer boven de markt blijven hangen. Van een parlement dat gewend is kritisch te zijn op de regering mag je verwachten dat het ook kritisch naar zichzelf kijkt.
Het presidium moet snel met een plan komen om de zaak uit de wereld te helpen. Extern onderzoek heeft alleen maar tot ellende geleid. Een parlementaire enquête is het verstrekkendste middel van de Kamer. Na al het gehannes in de zaak-Arib is dit een adequaat middel.
Hoe zat het ook alweer met de zaak-Arib?
Bronnen: NRC, EWEind 2014 al verscheen een kritisch rapport over het parlement als slecht gerund familiebedrijf. De onderzoekers drongen aan op professionalisering.
De politieke en ambtelijke top van de Kamer deden er niet veel mee, tot Arib in 2016 als voorzitter aantrad. Ze wilde de verwaarloosde ambtelijke organisatie bij de tijd brengen.
Relatie ambtenarij en politiek verslechterde
Aribs aanpak en benadering van ambtenaren had geen succes. Integendeel. Er kwam meer onmin in de toch al kriegelige relatie tussen ambtenarij en politiek.
Ambtenaren klaagden. Over Arib, die zich schofterig tegen hen zou gedragen. Maar ook over het presidium, bestaande uit leden van de grootste partijen.
De onmin haalde de pers ook toen al. In 2017 bijvoorbeeld, toen NRC Aribs vermeend ‘grillige’ en soms uitgesproken negatieve leiderschapsstijl openbaarde. Tegen EW zei Arib destijds: ‘Er is een cultuur van: “Politici komen en gaan, maar wij blijven.” Dat is een verkeerde houding.’
Onderzoek volgde op anonieme brieven
Na twee anonieme brieven besloot het presidium tot het onderzoek (door een extern bureau) waarover Arib via de pers kennis van kreeg.
De onderzoekers concludeerden dat de oud-voorzitter een onveilige werkomgeving had gecreëerd. Van de onderzoeksresultaten werd alleen een samenvatting geopenbaard.
Arib nam er geen genoegen mee
Arib spande een rechtszaak aan. Het onderzoek was in haar ogen onrechtmatig. Maar de rechter was het daarmee afgelopen februari oneens. Een werkgever moet klachten over een onveilige werkomgeving altijd onderzoeken.
Aribs advocaat Geert-Jan Knoops sprak van een gevaarlijk precedent, omdat volksvertegenwoordigers hiermee vogelvrij verklaard kunnen worden op basis van anonieme beschuldigingen. Hij kondigde aan dat Arib in hoger beroep ging.
Verdere verdieping: Woordvoerder vrijgesproken van lekken uit presidium
Bron: Rechtbank Den HaagOnderzoek van de Rijksrecherche naar het lek toonde in 2024 aan dat de 58-jarige Sonja K. vlak voor publicatie van het NRC-artikel diverse keren telefonisch contact had met journalisten van de krant.
Na het uitlezen van haar telefoon bleek ook dat ze op de dag van publicatie en een dag eerder in Amsterdam bij het NRC-kantoor was geweest.
De rechtbank vond dit onvoldoende om te concluderen dat Sonja K. het lek was.
Door wie is gelekt, is onduidelijk
Getuigen beweerden dat K. had geopperd om de pers te informeren over het onderzoek. Maar ook dit is volgens de rechtbank geen bewijs.
Daarbij komt dat bij de vergadering waaruit is gelekt negen andere personen aanwezig waren. Zeker negentien mensen wisten bovendien van het besluit van het presidium om een onderzoek in te stellen.
Kortom: door wie is gelekt, is onduidelijk.