Waarom protesteren linkse partijen tegen hun eigen woonbeleid?

Maarten de Gruyter

Nederlanders demonstreren zelden, maar de laatste jaren herontdekken we het protest. Het recente Woonprotest roept vooral vragen op: van gebrekkige onderbouwing tot hypocrisie bij linkse partijen, die zélf jarenlang het woonbeleid vormgaven, schrijft Maarten de Gruyter.

Demonstreren en protesteren zit niet echt in de genen van de Nederlander. Als het gaat om staken als vorm van arbeidsprotest behoren wij sowieso tot de braafsten van Europa.

Frankrijk is niet geheel onverwacht kampioen staken, met het bijna absurdistische aantal van 128 stakingsdagen per 1.000 werknemers per jaar. De trouwe Nederlandse werknemer zet hier nog geen 13 dagen tegenover. Gezien ons hogere besteedbaar inkomen, meer autonomie als werknemer en betere naleving van de CAO, betaalt die trouw zich ten opzichte van de staakcultuur van de Fransen ook grotendeels uit.

De laatste twee decennia hebben we het demonstreren echter weer helemaal herontdekt. Volgens Jacqueline van Stekelenburg, hoogleraar Sociale verandering en conflict aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, komen protesten in Nederland in golfbewegingen, onder meer omdat de bereidheid om de straat op te gaan hier lager is dan in veel andere landen.

Zo’n 5 tot 10 procent van de Nederlanders gaat eens in de twaalf maanden de straat op. In Frankrijk is dat tussen de 40 en 45 procent, in Spanje nog meer. Volgens socioloog Van Stekelenburg voelen burgers zich in die landen eerder machteloos, aangezien de afstand tot de politiek er groter is.

Woonprotest: allegaartje van linkse partijen en krakers

Een actie die mijn buitengewone interesse had, was het Woonprotest dat op 10 mei in Utrecht werd georganiseerd met als slogan: Huur Omlaag. Een echte pakkende populistische slagzin, die in het pamflet van de organisatoren niet werd onderbouwd door enig cijfermateriaal. Een huurbevriezing, laat staan een huurverlaging, is totaal niet nodig voor behoud van koopkracht en bestaanszekerheid en zorgt alleen maar voor een verder tekort aan nieuwe woningen.

Deze demonstratie werd georganiseerd door een allegaartje van onder andere linkse politieke partijen waaronder de PvdA en GroenLinks, antikapitalistische splintergroepjes en krakers. Een succes kan het met enkele honderden betogers en minimale media-aandacht overigens niet echt genoemd worden, maar dat terzijde.

Wat mij het meest opviel in het manifest van de organisatoren was het expliciete verwijt dat ‘de overheid het toelaat dat huurders en woningzoekenden worden uitgebuit’ en dat ‘bij de lokale politiek de belangen van de huisbazen voorop staan’.

De PvdA en GroenLinks organiseren dus een manifestatie die onder andere tot doel heeft om lokale overheden ervan te doordringen dat zij hun prioriteiten volledig verkeerd hebben. Een bijzonder verwijt wanneer je bedenkt dat de tien grootste steden de afgelopen tien jaar bijna onafgebroken werden bestuurd door dezelfde linkse partijen. En het zijn juist die grote steden waar de woonproblematiek het meest significant is.

Lokale overheden trekken regie woningbouw naar zich toe

Het patroon is het afgelopen decennium bijna overal hetzelfde. Onder druk van populistische politici hebben de lokale overheden de regie over de woningbouw en -exploitatie tot in het absurde doorgevoerd. De overheid bepaalt al jaren waar er gebouwd mag worden, wat er gebouwd moet worden, hoe de architectuur eruit moet zien, stelt torenhoge duurzaamheidseisen die de EU-eisen overtreffen, bepaalt de exacte segmentering van de woningen, bepaalt de omvang van de woningen en schrijft voor hoe de woningen geëxploiteerd moeten worden tot ver in de toekomst.

Hoezo de regie moet terug naar de overheid? De overheid heeft die al jaren, en dat is nu precies het probleem! De ‘kneiterlinkse’ colleges van Amsterdam zijn jaren geleden begonnen de markt totaal kapot te reguleren door onder andere stringente segmenteringen op te leggen aan ieder woningbouwproject. Dit houdt in dat ieder project 40 procent sociale, 40 procent midden, en 20 procent vrije sector woningen moet bevatten. In plaats van af te wachten om te zien of dit zou werken, hebben zo’n beetje alle grote steden deze desastreuze strategie overgenomen. Met een ongekend tekort aan woningen tot gevolg.

Krakers zorgen ervoor dat uiteindelijke huurder meer moet betalen

Kers op de smakeloze taart in Utrecht was de kraak van een woning in de Mariastraat. Het was niet veel meer dan een voetnoot in de mediaverslagen, wat geen recht doet aan het persoonlijke drama van de eigenaar van het monumentale pand.

De leegstaande winkel op de begane grond is nu onverhuurbaar en het bovengelegen casco appartement kan niet verder worden afgebouwd. De extra kosten die later gemaakt zullen moeten worden aan het ongetwijfeld uitgewoonde pand, zullen de woning voor de uiteindelijke bewoner alleen maar duurder maken. Een ronduit asociale actie die past bij het paradoxale karakter van de demonstratie.