Nederlandse basisindustrie dreigt in te storten onder klimaatdruk

01 juli 2025
emissionair Sophie Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei (l.), de schoorstenen van de Hoogovens van Tata (r.). (Foto: ANP)

In dit artikel

De feiten: Maatwerkafspraken komen niet van de grond

Dinsdag om 12.00 uur klonk een minuut lang het Nationaal Industrie Alarm. Werknemers in de industrie maakten lawaai met toeters en alarmen, om aandacht te vragen voor de penibele situatie waarin de Nederlandse industrie verkeert. Het was een gezamenlijk actie van vakbonden FNV en CNV, en werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland.

Hoe slecht het met de industrie gaat, en met de basisindustrie in het bijzonder, blijkt ook uit een brief met een gitzwarte boodschap die demissionair minister Sophie Hermans (VVD) van Klimaat en Groene Groei een dag eerder verstuurde. Daarin legde zij uit dat verduurzaming er voor het gros van de dertig grootste vervuilende bedrijven voorlopig niet in zit. Sterker nog, de kans is groot dat deze bedrijven vertrekken uit Nederland.

Ze zijn niet langer rendabel, en de eigenaren zien er geen brood meer in om de productieprocessen van hun Nederlandse fabrieken aan te passen om de uitstoot van bijvoorbeeld CO2 te reduceren. Zelfs niet met financiële hulp van de overheid. De energiekosten liggen in Nederland simpelweg te hoog.

Maatwerkafspraken die Hermans wilde maken met deze bedrijven, komen op een enkele uitzondering na niet van de grond.

Maatwerkafspraken blijven uit terwijl de klimaatdoelen dichterbij komen

In die maatwerkafspraken staat hoe bedrijven hun uitstoot verminderen en hoe de overheid daarbij (financieel) hulp biedt. De overheid hoopt met die afspraken de CO2-uitstoot in 2030 met 55 procent te hebben verlaagd ten opzichte van 1990.

In de jaren erna moet de CO2-uitstoot verder worden teruggedrongen, om hopelijk rond 2050 op (netto) nul uit te komen – de norm die in 2015 is afgesproken in het Klimaatakkoord van Parijs.

Tot nu toe is van de dertig bedrijven alleen met zoutproducent Nobian een maatwerkafspraak gemaakt.

Wie zegt wat over de maatwerkafspraken?

  • ‘Week in week uit zijn er berichten over bedrijven die sluiten, productie afschalen of besluiten om buiten Nederland te investeren. Dat maakt de onderlinge keten van bedrijven steeds fragieler. Duizenden goede banen staan op het spel. Ook in het mkb en bij nieuwkomers, zoals de recyclers,’ stellen de voorzitters van de werknemers- en werkgeversorganisaties gezamenlijk vandaag in De Telegraaf.
  • ‘De verwachtingen [over de maatwerkafspraken] waren bij de start in 2022 erg hoog en de ambities vanuit het bedrijfsleven voor extra verduurzaming volgden snel. De aanpak heeft veel lessen en inzichten opgeleverd,
    maar de complexiteit van de projecten, de beleidskaders en een sterk
    veranderende wereld maken dat de resultaten minder snel komen dan gedacht,’ schrijft demissionair minister Sophie Hermans (VVD) van Klimaat en Groene Groei in een brief aan de Tweede Kamer.
  • ‘Het is een gemiste kans voor Nederland dat bedrijven die bereid zijn om verder te investeren in verduurzaming in ons land, hun plannen uitstellen of verplaatsen naar landen met gunstiger voorwaarden. Dit is de voornaamste oorzaak voor het beperkte resultaat van de maatwerkaanpak. Overheid en bedrijven willen wel, maar het lukt niet zolang de noodzakelijke randvoorwaarden voor investeringsbesluiten ontbreken. Dat helpt het klimaat niet én maakt de Nederlandse economie kwetsbaarder.’ Aldus Hans Grünfeld, algemeen directeur VEMW, kenniscentrum en belangenbehartiger zakelijke afnemers van elektriciteit, gas, waterstof, warmte en water.

  • ‘Ons Groen Staal-plan, dat mede is vormgegeven door de vakbonden, wordt volledig gesteund door ons moederbedrijf in India. Het betekent voor ons en voor de omgeving de komende jaren een ongekende verandering. We stappen over op een andere manier van staal maken, met aardgas en groene elektriciteit in plaats van kolen. Dit zorgt voor 40 procent minder CO2-uitstoot en draagt eraan bij dat Nederland zijn klimaatdoelstellingen kan halen,’ zegt Hans van den Berg, CEO van Tata Steel Nederland. De grootste CO2-uitstoter van het land stelt druk aan de slag te zijn om te vergroenen.
  • Van den Berg voegt toe: ‘Gezien het belang van gezondheid, naast CO2-reductie, zal de Expertgroep Gezondheid IJmond worden betrokken bij het advies van de AMVI om te adviseren over de gezondheidsparagraaf in [de maatwerkafspraak waarover nog wordt onderhandeld].’
  • Ook demissionair minister Hermans is positief over de vergroening bij Tata. ‘Er wordt hard gewerkt aan een maatwerkafspraak, maar dan moet er wel meer oog komen voor de gezondheid van de inwoners van Beverwijk, Heemskerk en IJmuiden.’

EW's visie: De basisindustrie staat er slecht voor

In 2019 kwam het tot een ambitieus Klimaatakkoord. Het had als doel de Nederlandse basisindustrie bovenin te laten meedraaien op het gebied van duurzaamheid. Maar zes jaar later is van dat doel nauwelijks iets terechtgekomen.

Eigenaren van energie-intensieve fabrieken zijn terughoudend in het doen van investeringen omdat ze peperduur zijn, mede doordat de energiekosten in Nederland beduidend hoger liggen dan elders in de wereld.

In de regel is het onverstandig om belastinggeld te steken in bedrijven die niet concurrerend zijn. Dat geld kan beter worden besteed aan kansrijke sectoren. Maar helaas is de werkelijkheid weerbarstig. Neem alleen de strategische autonomie. Door alle geopolitieke spanningen  is het van belang om ook in Nederland en Europa basisindustrieën overeind te houden.

Het belang van een sterk industrieel ecosysteem

Zoals de chemiesector op industrieterrein Chemelot bij Geleen. De overheid kan er een waterstofnetwerk aanleggen. Hoe meer bedrijven daarop zijn aangesloten, hoe lager de energiekosten voor die bedrijven en hoe groter de kans dat zij alsnog concurrerend opereren.

Maar als Chemelot nog vóór de aanleg van een waterstofnetwerk grotendeels is leeggelopen, kan zo’n netwerk nooit meer kostendekkend worden. Het blijft dus van belang om met bedrijven in de basisindustrie te kijken naar wat nodig is om hen in Nederland te houden.

Verdere verdieping: Maatwerkafspraken zijn een ongelooflijk zware klus

Daadwerkelijk afspraken maken met de bedrijven is een lastige klus voor het ministerie van Klimaat en Groene Groei. De eigenaren zitten vaak in een ver buitenland en moeten investeren in een fabriek in een land met hoge energiekosten.

De minister legt er belastinggeld bij, maar dat moet goed worden besteed. Bovendien mag de overheid niet zomaar bedrijven financieel ondersteunen, want al snel ligt dan verboden staatssteun op de loer.

Het is dus buitengewoon omzichtig bewegen voor alle betrokken partijen, en dat zijn er veel.

Overheidsteam en maatwerk voor verduurzaming Chemelot

Neem alleen al de afvaardiging van de overheid. Hermans: ’De teams van de overheid bestaan uit vertegenwoordigers van het ministerie van Klimaat en Groene Groei, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, en worden waar nodig aangevuld met externe experts. Daarbij zijn ook de provinciale overheden en de omgevingsdiensten er actief bij betrokken.’

Hermans legt ook uit hoe het met de maatwerkafspraken per bedrijf is gesteld. Neem AnQore, dochter van het tegenwoordig Zwitserse DSM, gevestigd op Chemelot. Het produceert er onder meer natriumcyanide en blauwzuur. Investeren in verduurzaming wordt voor dit bedrijf interessant als de uitstoot van lachgas ook onder het Europese veilingsysteem van uitstootrechten (EU-ETS) komt te vallen.

AnQore blijft, Sabic twijfelt: maatwerk in de praktijk

Het goede nieuws is dat dit ook staat te gebeuren. Hermans verwacht daarom een maatwerkafspraak te kunnen maken met AnQore. Dat komt erop neer dat het bedrijf met overheidssteun een ’Thermal Oxidizer-ketel’ plaatst. Zo  vermindert de uitstoot van stikstof, CO2 en lachgas, en verbruikt het bedrijf bovendien minder water.

Per bedrijf staat uitgesplitst wat wanneer wel of niet staat te gebeuren. Op hetzelfde terrein staat ook een fabriek van chemiereus Sabic uit Saudi-Arabië. De Arabieren zien weinig heil om nog langer in Nederland te blijven en overwegen sluiting of verkoop.

Onderhandelingen met onder meer Shell, BP en ExxonMobil liggen stil. Op de website van de overheid staan wel enkele succesvolle en kansrijke gevallen genoemd.

  • Nobian (zoutfabrikant) heeft als eerste een bindende afspraak gesloten om zijn klimaatdoelstellingen met tien jaar te versnellen naar bijna nul CO2-uitstoot in 2030.
  • Yara (kunstmest) heeft een maatwerksubsidie ontvangen voor een CCS-project dat vanaf 2026 tot 0,8 megaton per jaar minder CO2 uitstoot leidt.
  • Tata Steel Nederland werkt met de overheid aan de uitwerking van het Groen Staal-plan.
  • Dow (chemie) werkte aan plannen met aanzienlijke CO2-reductie, maar vanwege juridische belemmeringen en slechtere marktomstandigheden ligt het traject momenteel stil.

Verder lezen: Meer over de Nederlandse industrie